Edge 60″

Edge 60″
ARF
Spanwijdte 152 cm
Lengte 149 cm
gewicht 2,2-2,7 kg.
voor 5S lipo
kleur rood/wit/blauw

Categorieën: , ,

Beschrijving

Wie wel eens naar de Red Bull Air Races heeft gekeken, zal de Edge 540 zeker niet zijn ontgaan. Ontworpen en gebouwd door het Amerikaanse Zivko Aeronautics Inc., is dit één van de meest modernste kunstvliegtuigen.

Extreme Flight levert verschillende uitvoeringen van deze machine; deze .50-klasse met anderhalve meter spanwijdte is de nieuwste versie en heet officieel de Edge 540T EXP. Het model bestaat in twee uitvoeringen: met een rood/wit/blauw kleurenschema en in het geel met zwart. Wij kozen voor de eerste.
De inhoud van de doos maakt een goede indruk; alle delen zijn netjes met Oracover bespannen, nergens vouwen of ingezakte folie, niets beschadigd. De montagehandleiding – je kunt hier niet meer spreken over een bouwbeschrijving – geeft een duidelijke opsomming van wat nodig is om het model te completeren.
De romp is, geheel in de gewoonte van moderne ARF’s opgebouwd uit lasergesneden triplex en balsahout. Een bijzonderheid zijn de langsliggers. Deze bestaan uit koolstof buizen met zo’n 4 mm diameter. De vleugel is tweedelig, klassiek opgebouwd, en wordt met de bijgeleverde koolstof buis en twee kunststof schroeven met de romp verbonden.

De handleiding is van gemiddelde kwaliteit. Het inbouwen van de servohevels en bijvoorbeeld de wielkappen is uitvoerig beschreven, maar naar iets van informatie over de inbouw van de regelaar zoek je tevergeefs. Ook het fotowerk is matig van kwaliteit. Daar staat tegenover dat dit model sowieso geschikt is voor vliegers die al wat ervaring hebben en de assemblage ook geen bijzondere eisen aan de eigenaar stelt.

Het is geen slecht idee om, voorafgaand aan het assembleren van dit model, met een foliestrijkbout alle naden even langs te lopen. Als gezegd, de bespanning ziet er keurig uit, maar zeker bij de smalle randen rondom de vleugelwortel en eindkanten van roeren kan een extra controle geen kwaad. Daarbij is het raadzaam alle verbindingen rondom het motorspant en de vleugelpennen nog eens extra te voorzien van een ruime portie secondelijm. Extreme Flight raadt aan een verse verpakking dunne secondelijm te gebruiken om te zorgen voor maximale penetratie.

Begonnen word met de inbouw van de servo’s in de beide vleugelhelften. In het testmodel zijn Multiplex Micro Digi servo’s gebruikt. Prima servo’s, maar in vergelijking met de door de fabrikant aanbevolen Hitec 5245 MG wel wat traag, en dat is merkbaar tijdens bijvoorbeeld het 3D vliegen.
De meegeleverde beslagset kan zonder bedenkingen worden gebruikt. De scharnieren heb ik vervangen door klassieke exemplaren van Kavan, waarbij de pennetjes zijn verwijderd en vervangen door één doorgaande as. Dat is gemakkelijk bij het uitlijnen en biedt bovendien de mogelijkheid de scharnieren per ‘helft’ in de delen vast te lijmen, zonder het risico dat ze aan elkaar vast komen te zitten.
Het hoofdlandingsgestel is een met veel aandacht gemaakt koolstofdeel en wordt met metalen m3 schroeven in de romp vastgezet. Hier ben ik afgeweken van de handleiding en heb (met Gorilla Glue!) inslagmoeren m4 in de met glasmat verstevigde triplex rompplaat gelijmd. Daarbij gebruik ik kunststof m4 schroeven zodat, in het geval van een wat minder geslaagde landing, niet de halve romp achterblijft. De bijgeleverde wielkappen zijn uitsluitend bruikbaar voor wie én vanaf een verharde baan vliegt én altijd perfect landingen uitvoert – aan u de keuze…

Het bewegende armpje van de staartwielassemblage paste wel wat érg strak onder het richtingsroer. Daarom is een plaatje dun triplex op de romp gelijmd, waar het vaste deel doorheen is vastgeschroefd.
Het model is, zoals gezegd, bedoeld voor gebruik van miniservo’s. Voor de aansturing van het hoogte- en richtingsroer gebruikte ik echter Futaba S 9451 met standaard afmetingen, veel te sterk voor dit soort modellen, maar ik had ze nog liggen.
Bij de inbouw van de servo’s in de romp is het even opletten. Wanneer u miniservo’s gebruikt, komt die van het richtingsroer rechts onder het stabilo. Dit is te zien op de foto bij bouwstap 22. De uitsparingen zijn al voorbereid en zijn even groot als die in de vleugels. Die van het hoogteroer komt voor het stabilo aan de linkerkant. Dit laatste is op de foto bij stap 23 zichtbaar. Wanneer u servo’s met een standaardafmeting wilt gebruiken, komt de servo voor het richtingsroer nog steeds onder het stabilo aan de rechterkant van de romp, waarbij de uitsparing met wat beleid groter gemaakt moet worden. Een standaardformaat hoogteroerservo past (bijna) in een voorhanden zijnde uitsparing onder de oorspronkelijk voorziene plaats. Een blik in de romp toont direct wat wordt bedoeld.

Controleer daarbij wel of de het triplex rompdeel aan de binnenkant doorloopt om voldoende houvast aan de schroeven te bieden. Bij mijn model was dat niet het geval en is aan de buitenkant een plaatje 1,5 mm vliegtuigtriplex gelijmd, waarbij ter plaatse vooraf de folie is verwijderd.
De aanbevolen motor (Hacker A50-14XS v2) wordt met behulp van een paskruis op daarvoor al voorbereide plaats op het motorspant geschroefd; de door mij gebruikte Plettenberg Orbit 25 paste natuurlijk niet. Om de inbouw niet lastiger te maken dan nodig, is daarom het gat in het midden van het motorspant opgevuld met triplex. Vervolgens is aan weerskanten een 0,8 mm triplex ring, rondom 5 mm groter dat het nu opgevulde gat, gelijmd. In het nu ontstane blok zijn de gaten voor de motorbevestiging geboord en is de motor zonder paskruis bevestigd. De motorophanging lijkt trouwens redelijk flexibel, maar na zo’n vijftig vluchten zit het allemaal nog stevig op zijn plaats.
Hoe is om te gaan met inbouw van de regelaar wordt aan de fantasie van de bouwer overgelaten. Bij mijn model is een frame uit dun peppeltriplex geconstrueerd, waardoor de regelaar – een Schulze Fut. 18.61 K – meteen achter de onderste uitsparing van de motorkap komt te liggen. Deze wordt vastgezet met kabelbindertjes. De onderkant van de motorkap is daarbij nog deels weggesneden om te zorgen dat er geen stuwing in de motorkap kan ontstaan. Ook zijn de gaten in het motorspant met 1 mm balsa dichtgemaakt, om te voorkomen dat de binnenstromende lucht overdruk in de romp kan veroorzaken. Een optie is om de kap onbeschadigd te laten en de folie onderin de romp, ter hoogte van de cockpitkap, weg te snijden. Later is nog een geleider uit balsahout in de motorkap gelijmd omdat, ondanks de hiervoor beschreven maatregelen, de regelaar bij de zomerse temperaturen van het afgelopen seizoen oververhitte.

De montagehandleiding geeft keurig weer hoe de motorkap pasgemaakt en vastgezet kan worden op de romp, zodat de spinnerconus netjes aansluit op de motorkap. De aanbevolen ‘Side Force Generators’ heb ik niet gebruikt.
Voor het plaatsen van de accu is meer dan voldoende ruimte in de romp, hier verdienen de ontwerpers een compliment. Extreme Flight raadt een 5- tot 6S accu met een capaciteit van 3300 – 5000 mAh aan. Op het internet zijn opnames te zien van dit model met een 2200 mAh 4S pakket, waarbij de prestaties zeer indrukwekkend zijn. Het testmodel wordt gevlogen met zowel 4- als 5S pakketten van 4000 mAh, genoeg voor een dikke zes minuten enthousiaste kunstvlucht.

Het vliegen met de Edge is een genoegen. Het model kan, afhankelijk van voorkeur en ervaring, zowel voor 3D-vliegen als voor de klassieke kunstvlucht worden gebruikt. De handleiding geeft een richtlijn voor de uitslagen voor ‘normale’ en ‘3D’-stand, die dan met een schakelaar op de zender al dan niet ingeschakeld kunnen worden. Zelf ben ik niet zo van de schakelaars en gebruik één uitslag met een flinke portie exponentieel. Qua kunstvlucht zal de grens van wat mogelijk is eerder bij de vlieger dan bij het model te zoeken zijn.
Landingen zijn boterzacht. Het model zweeft behoorlijk, vanwege de lage vleugelbelasting, zodat op tijd hoogte verliezen of slippend aanvliegen wel een vereiste is.

Al met al: een zeer doordacht geconstrueerd, goed gebouwd en keurig afgewerkt model dat uitstekend vliegt en geen buitensporige investeringen vereist. Wat kun je meer wensen?

Dick van Mourik